Kampioenschap van Gelderland junioren 2008/2009

5 jan

De kerstvakantie was weer aangebroken. Dit betekende even weg van school, even genieten en ontspannen van de dingen die je leuk vond en het kampioenschap van Gelderland. Omdat ik vorig jaar net niet de finale plaats haalde moest ik deze vakantie weer flink aan de bak. (vorig jaar in de halve finale evenveel punten als de nummer 3, maar minder winstpartijen)

Wat vooraf ging:

Het kampioenschap van Gelderland is voor mij altijd spannend. Het is bijna altijd sterk bezet en er zijn maar weinig plaatsen die recht geven op een deelname aan de halve finale. Ook deze keer was het sterk bezet. Met namen als: Sjoerd ten Brinke, Dirk Joosten en Harmjan Lammers. En ook outsiders als Bas van Engelen en Derkjan Riesthuis waren weer van de partij. Nu zullen jullie waarschijnlijk denken: oh, dat is toch een makkie? Die versla je toch wel even? Schande als je je in dit deelnemersveld niet plaatst!! Tja, jullie recht op jullie gedachte. Ik wist echter beter. Ik wist van mezelf dat ik een kans maakte, maar dat het zeker niet makkelijk zou worden. Ik, als laatste jaar junior, moest wel doordringen tot de halve finale. De druk lag bij mij. En dat wist ik ook. En de verwachtingen die ze hadden moest maar even zien waar te maken.

Het volgende zou jullie waarschijnlijk verbazen. Ik had me, tot zover mogelijk was, voorbereid op dit toernooi. Dit deed ik door verschillende doelen te stellen. Ik merk aan mezelf dat als ik doelen stel, dat ik dan makkelijker speel. Je hebt een doel in de partij en daar kun je dan naar toe spelen. De doelen bestonden uit: resultaatdoelen en vaardigheidsdoelen. Mijn resultaatdoel was om bij de eerste 3 te komen. Een plaats bij de eerste 3 gaven recht op een plek in de halve finale. Daarnaast had ik ook nog vaardigheidsdoelen. Bijvoorbeeld agressief spelen. Dit door middel van bijvoorbeeld een flankaanval. Een ander vaardigheidsdoel was om goed gebruik te maken van kleine voordeeltjes. Hier wilde ik meer over gaan nadenken. En tot slot wilde ik werken aan mijn tijdverdeling.

Het kampioenschap zelf:

Dinsdag, de eerste ronde

In de eerste ronde moest ik tegen dummy, omdat mijn tegenstander zich op het allerlaatste moment had teruggetrokken. Dit betekende dat we een deelnemersveld hadden van 11 deelnemers. Mijn eerste gedachte was: yes, de eerste 2 punten zijn binnen. Mijn tweede gedachte was: ai, dit is eigenlijk wel slecht voor mijn weerstand. Als ik gelijk kom met iemand anders, ben ik in het nadeel. Ik moest dus zorgen dat als ik gelijk met iemand kwam, dat dat niet uitmaakte of “gewoon” zorgen dat ik meer punten als de andere deelnemers had.

Maandag, de tweede ronde

In de tweede ronde moest ik het opnemen tegen de sterk spelende Dirk Joosten. Één van de kanshebbers om door te gaan naar de halve finale. Maar ja, sterk of niet, ik wilde ook tegen hem zo agressief mogelijk spelen.

Dirk Joosten – Matthias de Kruijf 1-1

1.3430 2025, 2. 3228 2534, 3. 3930 1621!! En zie diagram 1.

Ik wilde meteen laten zien waar ik dit toernooi voor stond. Veel aanvallen en de tegenstander, hopelijk, overlopen. Als 4. 3126 2127 dan heeft zwart gewoon een goede aanval. De meeste witspelers gaan hier dan ook, helaas, niet op in. Dit geeft mij bijvoorbeeld wel de mogelijkheid om schijf 16 te ontwikkelen of een vuist op te bouwen. In deze partij wilde ik een aanval. Het oplossen van schijf 16 had daarom geen zin. Ik koos hier om een vuist op te bouwen. Dirk hakte veel schijven van het bord maar gelukkig werd het toch nog erg spannend. We zijn in een klassiekje beland. Zie diagram 2.

Diagram 2. Stand na 40. 3731

Een erg spannende stand. Met de zet 40. 3731 verbreekt wit de formatie 37/32/28. Dit ga mij de gelegenheid op het spannende 40. 2329 te spelen. Zwart dreigt met 41. 1621, 42. 2716 0711. 41. 3933 helpt niet vanwege 41. 2934, 42. 3039 2429, 43. 3324 1930, 44. 3524 1822. Het enige wat wit hier tegen kan doen is 41. 2722 0711, 42. 4237 1621 Net was het wit die er zetjes in vlechten. Zo mocht 42. 2934 niet vanwege 43. 3833 3425, 44. 3530 2543, 45. 3329 2433, 46. 2848 1728, 47. 3203 met winst wit. (43. 3443 44. 3329 2433, 45. 2848 1728, 3203)

Vandaar dus 42. 1621 43. 3126 43. 3127 mag niet vanwege 43. 1116, 44. 2211 1607, 45. 2716 0711. 43. 0914 Hier dacht ik de winst binnen te hebben. Er dreigt immers 44. 1218 met schijfwinst. Dirk vond echter een oplossing. 44. 3934 2940, 45. 3544 2435, 46. 2823 1928, 47. 3223 1719, 48. 2606 1420 en zie diagram 3.

Diagram 3. Stand na 48. 1420

Dirk bood hier remise aan. Waarschijnlijk is dat ook wel zo omdat wit 49. 0601 niet kan spelen vanwege 49. 3540. Het is dus voor zwart zaak om deze plakker erin te houden. Dit zal wel lukken, maar ik was toch blij dat ik het hoefde uit te voeren.

Ik ben tevreden met deze partij. Ik heb kansen gecreëerd en het spannend proberen te maken. Helaas hebben sommige tegenstanders daar geen zin in en gaan hakken. Erg jammer, maar mijn intentie is er.

Maandag, derde ronde

In de derde ronde mocht ik aantreden tegen Ester van Muijen. Een degelijke speelster maar hier moest ik van kunnen winnen. Ook in deze partij probeerde ik een aanval op te zetten. Maar ook Ester gaat hier niet op in.

Matthias de Kruijf – Ester van Muijen 1-1

1. 3228 1822, 2. 3732 1218, 3. 4137 0712, 4. 4641 1923, 5. 2819 1423, 6. 3530 zie diagram 4.

Diagram 4. Stand na 6. 3530

Zoals gezegd: Ik zou agressief spelen dit toernooi. Constant proberen de aanval op te zoeken. Ook deze partij werd klassiek. Een klassieke stand met erg veel voordeel voor mij. Zie diagram 5.

Diagram 5. Stand na. 26. 0309

Tja, wat kan ik van zo ’n stand zeggen. Eerst maar even wat dingen op een rij zetten. Wat zijn de belangrijke dingen in het speltype klassiek? Belangrijk is om de kroonschijf te hebben, de Olympische formatie, tempoverhouding en vleugelcontrole. In diagram 5 draait het vooral om vleugelcontrole en speelruimte. Ik denk dat ik hier met wit een goede stand heb bereikt. Het is voor zwart moeilijk kiezen waar je heen wilt met je schijven. Op wits rechtervleugel zijn er niet veel zetten voor zwart. En omdat veld 31 open is heeft een zet als 27. 1721/22 niet erg veel zet. Wit heeft de linkervleugel dus al aardig onder controle. Op één of andere manier doe ik het niet goed en loopt het nog remise. Zie diagram 6.

Diagram 6. Stand na 41. 1520

Ik kon hier kiezen uit 2 dingen. 2621 of 4440. Ik heb gekozen voor 42. 2621 omdat op 42. 4440 2934, 45. 4029 2334, 46. 3530 3439, 47. 4334 2024, 48. 3833 2435, 49. 2621 3540 zou volgen. Als 49. 3329 dan 1217. En als 49. 3429 uiteraard ook 1217 met een verloren stelling voor wit. Interessant is de vastloopvariant 46. 3833 2024, 47. 2621 1823, 49. 4338 2329, 50. 2822 2530, 51. 3228 1218, 52. 2217 1823, 53. 3832 2938, 54. 3243 2332, 55. 2738 1627, 56. 1712 2731, 57. 1207 3136, 58. 0701 en zwart heeft moeite met damhalen. Helaas kan zwart hier van afwijken door op 50. 2430 te spelen.

Daarom speelde ik maar 42. 2621 omdat ik dacht daar meer kansen mee te krijgen. Dit bleek later makkelijk naar remise te gaan.

Dinsdag, ronde 4

Dinsdag stond er 1 partij op het programma. Ik mocht aantreden tegen Sjoerd ten Brinke, de latere toernooiwinnaar. Ik heb één slechte partij gespeeld, en dat is tegen Sjoerd. Hier kwam ik in de opening in de KVO terecht. Door een flinke misrekening van mij stond ik zeer slecht. Sjoerd straft dit genadeloos af. Zie diagram 7.

Sjoerd ten Brinke – Matthias de Kruijf 2 -0

Diagram 7. Stand na 11. 3833

Je zou misschien zeggen dat er nog niet zo heel veel aan de hand is in deze stand. Ik wilde gewoon 11. 2328, 12. 3223 1838, 13. 4332 1822 spelen. Dit gaat echter niet want na 11. 2328 komt 12. 3322 1737, 13. 2617 1232, 14. 3530 3726, 15. 3024 2029, 16. 3401. Doordat schijf 32 in de weg staat kom ik een schijf achter. Ik moet dus iets anders doen als 11. 2328

Vrijdag, ronde 5

Aan het begin van deze dag stond ik, slechts, 7de op de ranglijst. Ik had maar liefst 2 punten achterstand op de nummers 1 en 2. Om in de race te blijven moest ik vandaag alles geven. Dit moest ik allereerst tegen Tom Westhof doen. Ik ken Tom niet, dat kan een goed teken zijn of juist een slecht teken. Op papier mag ik dan sterker zijn maar op het bord is iedereen gelijk. Ik mocht hem niet onderschatten, want dan zou het geheid mislopen. Ook tegen Tom probeerde ik zo aanvallend mogelijk te spelen. En gelukkig lukte het nu wel. Ik kreeg een lekkere aanval en hij deed er niks mee. Totdat hij hem eraf hakte. Maar toen was zijn stand al niks meer waard. Zie diagram 8.

Diagram 8. Stand na 24. 5044

Matthias de Kruijf – Tom Westhof 2 – 0

In diagram 8 is te zien dat wit een lekkere aanval heeft. Zwart besluit om de aanval eraf te hakken en hoe? 24. 2228, 25. 3322 1827, 26. 3122 1318, 27. 2213 0830. Uiteraard was het beter om 24. 1319 te spelen, mocht je de aanval eraf willen hakken. Zie diagram 9.

Diagram 9. Stand na 27. 0830

Ik denk dat de stand wel duidelijk is. Wit kan mooi naar het centrum opbouwen en heeft daarbij een achtergebleven schijven. Zwart daar in tegen heeft enorm veel randschijven. Daarnaast staat zwart erg naar achteren en is het plan van zwart niet duidelijk. Het ging zo verder 28. 3631 0611, 29. 3127 1117, 30. 4440 en wit won een schijf en later de partij. 30. 3035 gaat niet vanwege 31. 2721

Vrijdag, ronde 6

Het gaat al een klein beetje beter. Maar, ik was er nog lang niet. Met nog 2 rondes te gaan had ik wel kansen, maar die waren niet optimaal. In ronde 6 mocht ik tegen Bas van Engelen. Bas speelde tegen mij erg snel en leek het makkelijk te vinden. Echter, na een aantal onnauwkeurige zetten van Bas kreeg ik een betere stelling op het bord. O ja, ook weer heel belangrijk: in deze partij speelde ik weer agressief. Ik speelde weer naar een flankaanval toe. Bas ging hier op in. Zie diagram 10.

Matthias de Kruijf – Bas van Engelen 2 – 0

Diagram 10. Stand na 37. 3324

We zitten inmiddels diep in de partij. Bas deed waarschijnlijk een poging om te gaan omsingelen en gebruik te maken van de schijven 40 en 45. Dit mislukt en zwart besluit om de aanval eraf te hakken. We bekijken de stand een aantal zetten later. Zie diagram 11.

Diagram 11. Stand na 42. 1218

Wit heeft hier misschien een klein voordeeltje omdat zwart met een aantal randschijven zit. Daarom leek het logisch om 42. 1621 of misschien zelfs 42. 2631 te spelen. Hij koos voor 42. 1218 wat mij in de gelegenheid bracht om 43. 3227 te spelen. Deze zet zou uiteindelijk doorslaggevend zijn voor deze belangrijke winstpartij.

Zaterdag, zevende ronde

Zaterdag was de grote finale. Waar ik het toernooi eigenlijk slecht begon, was het me toch nog gelukt om gedeeld eerste komen te staan met nog 4 anderen deelnemers. Waaronder: Harmjan, Dirk, Sjoerd en Derkjan. Het zou een hele, hele spannende ronde worden. Met 5 koplopers en maar 3 plekken in de halve finale zou men tot het uiterste moeten gaan. Alhoewel, sommige. Voor mij was het zaak om te winnen omdat ik qua weerstandpunten erg slecht stond. Voor Harmjan was een remise waarschijnlijk genoeg om een plaats in de halve finale te bemachtigen. De wedstrijden voor die dag mochten er zijn. Dirk – Derkjan en Harmjan – Matthias. Vier van de vijf koplopers troffen elkaar in de slotronde. Alles was nog mogelijk.

Harmjan Lammers – Matthias de Kruijf (? – ? Om het spannend te houden)

Ik had zwart en ik wist wat ik ging openen. Op 1. 3228 zou 1621 volgen. Want de aanval is de beste verdediging. En zo geschiedde het. De opening kwam op het bord. 1. 3228 1621, 2. 3126 1116, 3. 3732 0711, 4. 4137 1923, 5. 2819 1423, 6. 3731 2127, 7. 3122 1737, 8. 4231. Tot zover de opening. Wit gaat er in eerste instantie op in, maar bedenkt dan dat het toch geen goed idee is. Vervolg is wel dat hij met een vervelende randschijf blijft zitten. Hier weet ik in de partij goed gebruik van te maken. Zie diagram 12.

Diagram 12. Stand na 26. 4029

Wit lijkt hier misschien goed te staan. Wit heeft immers de drie sleutelvelden in handen. De kansen zijn hier echter aan zwart. Wit heeft vanaf het begin van de partij een randschijf op 26. Later kwam daar ook nog schijf 28 bij. Deze binding 26/28 kunnen we ook wel een slechte binding noemen. Wit moest de hele wedstrijd oppassen dat hij niet in een zetje trapte. Ik speelde hier 26. 1721, 27. 2617 1131, 28. 3627 0409. Wellicht had 26. 0409 meer kansen geboden. Ik durfde dit niet aan omdat ik de hele partij al aan het rekenen was. Misschien was ik daar moe van geworden en zag ik de zetje niet meer. En Harmjan is vaak van de zetjes. Achteraf bleek dit gewoon een hele goede sterke zet te zijn. In de partij wordt het relatief makkelijk remise.

Nabeschouwing:

Dat was het dan. Mijn allerlaatste kampioenschap van Gelderland als jeugdspeler. En ja, met evenveel punten als de nummer 2 en 3 (en 4) toch niet geplaatst voor de halve finale. Ik ben uiteindelijk 5de geworden op weerstandpunten. Ik vraag mezelf af of ik tevreden kan terugkijken. Ik heb zoals gezegd een aantal doelen gesteld. Allereerst een resultaatdoel: eindigen bij de eerste 3. Dat is niet gelukt. Maar als we kijken naar de andere doelen: Bijvoorbeeld speltechnisch, denk ik dat ik toch heel tevreden kan zijn. Ik heb geprobeerd om te gaan aanvallen. Ik heb geprobeerd om het spel levendig te houden. En ik heb geprobeerd van de kleine dingen te profiteren. Ja, als ik daarnaar kijk denk ik dat die doelen gehaald zijn. Kijk bijvoorbeeld naar de partij tegen Bas van Engelen. Ik denk dat ik tegen Harmjan ook een goede partij heb gespeeld met veel kansen. En nu ik het toch over de partijen heb… Ik heb niet het idee dat ik ergens echt in de problemen ben gekomen. (alleen tegen Sjoerd, en toen ging het goed mis) Maar verder dus niet. Ik denk dat ik speltechnisch tevreden terug kan en mag kijken. Mijn tijdverdeling was goed. De opening vaak snel gespeeld. In het middenspel de nodige denkpauzes genomen. Alleen tegen Harmjan moest ik nog wel even de tijd in de gaten houden. Maar dat was omdat het er echt om ging. En wat gemiste kansen betreft. Tja.. geen idee eigenlijk. Misschien heb ik een betere voortzetting gemist. Wellicht waren er heel wat standen waar ik voordeel had. Maar ja, om dan te spreken van gemiste kansen?? Nu hoor ik sommige van jullie denken: je kunt toch niet tevreden zijn? Je mag geen eens tevreden zijn met dit resultaat!! Alleen de punten tellen!! Tja, wat moet ik daar dan op zeggen. Ik moet ze dan wel een klein beetje gelijk geven. Het ging op plaatsing en daar heb je genoeg punten voor nodig. Maar aan de andere kant. Ik denk dat als je speltechnisch goed bezig bent, dat de punten dan vanzelf komen. En voor mijn gevoel, het klinkt misschien raar, heb ik toch echt wel wat geleerd. Ik noem bijvoorbeeld dat ik weet dat ik kan aanvallen. Ik weet nu bijvoorbeeld dat sommige mensen niet willen en/of durven te spelen tegen mij. Dat zie je omdat ze vaak niet op mijn aanval in gingen. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Tot slot wil ik iedereen een tip meegeven. (vooral de jeugd) Mijn tip is om je goed voor te bereiden op een toernooi zoals dit. En hier bedoel ik dan mee: doelen stellen. Weten wat je in het toernooi wilt bereiken. Weten wat je in een partij wilt spelen. Het klinkt voor jullie waarschijnlijk heel wazig, maar het werkt echt. Je zit dan veel zelfverzekerder achter het bord. En omdat je al weet wat je in een partij wil spelen kost dat minder tijd. En die tijd kun je wellicht weer gebruiken voor bijvoorbeeld het eindspel of iets anders. Het doelen stellen heb ik trouwens geleerd van Daniël Merkus. Dat moet ik er natuurlijk wel even bij vertellen. (Ik leer dus wel degelijk wat van je Daniël) Succes met het doelen stellen!!

Matthias de Kruijf